Sangha

 

In onderstaande lezing bespreekt Thich Nhat Hanh de essentie van de Sangha zoals die in Plum Village en andere centra wereldwijd geleefd wordt. Deze lezing geeft inzicht hoe je kunt leven zonder nog het slachtoffer van je jaloezie, je woede, je discriminatie en je angst te zijn, omdat je het organisme bent.

 

Sanghaleden leiden hun individuele leven, maar tegelijkertijd hebben ze de rol van een weefsel, van een cel van de gemeenschap.

 

Als Sanghabouwers, als mensen die 24 uur per dag met de Sangha leven, blijven we steeds over de Sangha als een organisme leren. Als je in een Sangha leeft, probeer je als een cel in een lichaam te zijn, je probeert als een bij in de bijenkorf te zijn voor het welzijn van de gemeenschap.

 

En omdat er welzijn voor de gemeenschap is, is er welzijn in ieder van ons, en kan de Sangha een toevlucht zijn voor vele, vele mensen. Dat is onze dagelijkse praktijk - hoe je je individuele leven leidt, tegelijk met je leven als organisme. En als je zo kunt leven, ben je niet langer het slachtoffer van je jaloezie, je woede, je discriminatie, je angst, omdat je het organisme bent. De Sangha is je lichaam geworden en naast je individuele lichaam heb je het Sanghalichaam, de Sanghakaya.

 

Het is vreemd dat we het in de boeddhistische leer vaak hebben over Buddhakaya, het lichaam van de Boeddha, en Dharmalichaam, Dharmakaya, maar we hebben tot het einde van de twintigste eeuw gewacht om te spreken over de Sanghakaya, het lichaam van de Sangha. De Sangha is ons lichaam, zoals de bijenkorf het lichaam van de honingbij is en de mierenhoop het lichaam van de mier. En als we in die geest kunnen leven en de Sangha als ons lichaam beschouwen, zal het grootste deel van ons lijden verdwijnen.

 

Toevlucht nemen tot de Sangha is geen uiting van geloof, het is een praktijk. Toevlucht nemen tot de Sangha betekent leren om ook te leven in het organisme dat Sangha heet. Leven als een weefsel – dat is mogelijk. Wij, die 24 uur per dag in Plum Village leven, weten dat als we de Sangha zien als ons lichaam, het grootste deel van ons lijden zal verdwijnen en we veel vreugde krijgen. Het zien van het Sanghalichaam als je Sangha is een praktijk, en aandacht is de energie die je helpt om dit te doen. We zijn in staat om dit te doen.

 

Het doel van de bijen is om een korf te bouwen, het doel van de mieren is om een heuvel te bouwen. Dat is vastgelegd in hun DNA, elke cel van het lichaam dient om gemeenschappen te bouwen. Als we deze insecten observeren, zien we de intelligentie, de ervaringen, de wijsheid die door vele generaties van bijen, mieren of termieten is overgebracht. Als we observeren hoe mensen gezamenlijk iets doen, kunnen we ook de wijsheid, de intelligentie, de ervaringen zien die ze hebben ontvangen van vele generaties mensen die voor hen leefden. Sociale insecten hebben ook communicatiemiddelen. Ze maken geen gebruik van taal zoals wij, maar ze communiceren wel degelijk. Bijen dansen, ze geven feromoonberichten af om te communiceren. Mieren dansen ook en produceren sonore trillingen om te communiceren, en ze geven ook feromonen af, minuscule chemische partikels waarmee ze goed communiceren.

 

Wij mensen gebruiken taal. We weten hoe we informatie kunnen opslaan, we weten hoe we informatie kunnen verwerken en opvragen. We weten hoe we moeten communiceren, maken gebruiken van taal, we mailen, gebruiken de telefoon, enzovoort, maar soms is communicatie moeilijk.

 

In een praktiserende Sangha communiceren we ook met elkaar, maar de basis van onze communicatie is stilte. We hebben sessies waarin we Dharmadelen, maar Dharmadelen is niet de enige manier waarop we met elkaar communiceren. We communiceren vooral in stilte. Als we samenkomen en zitten, zeggen we niets, maar onze boodschap is heel duidelijk: “Mijn geliefde broeders, mijn geliefde zusters, ik ben hier voor jullie. Ik ben zo blij dat ik in jullie midden ben: leden van mijn Sangha. Ik voel me zeker, ik voel me veilig, ik voel me gelukkig, ik voel me stevig als ik door mijn Sangha omringd word.”

 

Dit is onze communicatie tijdens de zitmeditatie en dit is op zichzelf de basis. Want tijdens zitmeditatie leren we hoe we echt tegenwoordig kunnen zijn, met onze volledige aanwezigheid. We leren hoe we aanwezig zijn in het hier en nu. We weten dat het leven alleen in het hier en nu voorhanden is. Daarom stelt zitmeditatie ons in staat om het leven diep aan te raken en alle wonderen van het leven staan dan voor ons open, zowel binnen als buiten ons. Dit is een zeer krachtig communicatiemiddel.

 

Beste sangha, het is geweldig dat we hier zijn als lichaam, het Sanghalichaam. Ik hoef nergens meer naar te streven, geen strijd meer te voeren, me nergens meer heen te haasten. Ik voel me thuis in mijn sangha. Met het Sanghalichaam voel ik veel energie. Ik zal niet verdorren zoals een bij, als ik een halve dag of twee dagen alleen word gelaten, omdat mijn lichaam hier is, mijn Sanghalichaam is de hele tijd hier bij mij.  

 

Thich Nhāt Hanh